Projectbezoeken

Het bestuur (of een deel daarvan) gaat regelmatig op reis naar Kenia, eventueel met een aantal gasten. Tijdens de reis wordt ook een aantal dagen een bezoek gebracht aan het project, om daar te vergaderen over de nieuwe acties en prioriteiten. Van de laatste reis (13 t/m 23 januari) is een blog bijgehouden die hieronder te lezen is.

Reis naar Kenia

Op maandag 13 januari zullen we met 11 mensen vertrekken voor een reis naar Kenia. Een onderdeel van deze reis zal ook een bezoek aan de projecten bij Boma Letu zijn. In deze blog wordt u op de hoogte gehouden van de vorderingen van de reis.

Donderdag 2 januari, Nederland

Projectbezoeken

Goede Voornemens


Take-off, we zijn onderweg naar Nairobi, een vlucht van acht uur, naar een land dat mij aan het hart gaat. Ik heb een haat-liefde verhouding met Kenia. Het is een prachtig afwisselend land. Niet voor niets beschreven als de tuin van Eden door ontdekkingsreizigers en kolonisten in de 19e/20e eeuw. Maar inmiddels goed vervuild door toeristen en Kenianen zelf. Een land met veel culturele tradities van de veertig stammen die in verhouding vreedzaam samenleven, het grootste deel van de tijd. Een traditie en cultuur die voor mij soms onnavolgbaar is; die zich moeiteloos aanpast aan het westerse kapitalisme en het, blijkbaar, inherente verschil tussen arm en rijk. Een land waar toekomstkansen zwaar afhankelijk zijn van de rijkdom en positie van je ouders of familie.

In mijn ogen is iedereen verschillend van en gelijk aan elkaar. Ieder mens verdient dan ook in ieder geval één gelegenheid om haar/zijn toekomst te realiseren: zelfredzaam te worden. Zelfredzaamheid: het sleutelwoord, hetgeen we willen bereiken bij de gemeenschap(pen) die we ondersteunen. De reden voor onze inspanningen bij het project Boma Letu en het stopzetten van het project Grace4Needy.

Nu ik eraan terugdenk was 2019 een bewogen jaar. De beslissing te stoppen met Grace4Needy en het managen van de reacties als absoluut dieptepunt. Aan de andere kant een jaar met veel hoogtepunten: zoals de realisatie van de waterpomp bij Boma Letu.

2019 is echter voorbij en 2020 ligt open, wat gaat dit jaar brengen, wat gaat deze reis brengen in ervaringen, in ups en downs? Op de planning staat in ieder geval de realisatie van een medisch centrum, de biogas digester en…BomAcademy. Dromen die langzaamaan werkelijkheid worden. Ik kijk uit naar het weerzien, naar de nieuwe ervaringen die deze reis en deze groep ongetwijfeld gaan brengen. Benieuwd naar wat het veelzijdige Kenia nu in petto heeft. Immers: al de facetten van natuur en mensheid zijn aanwezig.

De stoelriemen moeten vast, de landing wordt ingezet.


Maandag 13 januari, Nairobi

Projectbezoeken

Reizen naar traditioneel erfgoed


We zijn geland in Nairobi, de reis kan beginnen. Op het vliegveld worden we opgepikt door onze chauffeurs: Mickael en Paul. Maureen, Onze Keniaanse reiscoördinator is er ook bij. Alledrie vertrouwde gezichten. We vermijden zo onnodige lekke banden en dat we niet al te erg afgezet worden bij de hotels. In Kenia ben je als blanke voor een groot aantal mensen een wandelend dollarteken. Daar zit een hele historie achter. Dat maakt dat ik er enigszins begrip voor heb, maar wat gelijk ‘vriendschappelijke’ relaties bemoeilijkt. Ik merk echter dat met de mensen waarmee wij contact hebben de relatie zich verdiept, een mooie ontwikkeling.

Na het weerzien en de kennismaking gaan we direct op weg naar de Masai Mara. 261 kilometer van Nairobi via Narok naar de Masai. Het lijkt weinig, maar we zullen er alsnog 9 uur over doen. Het laatste stuk is onverhard en met de vele regen van de afgelopen tijd wordt dat een ‘blij-dat-ik-glij’ partij. Om half vier komen we een opstopping tegen. Een aantal matatus zit vast in de modder en niemand kan er meer langs. Na een heroïsch moddergevecht, kunnen onze chauffeurs de bussen verlossen uit een 11-uur durend verblijf in de modder. Vervolgens racen, of glijden we over het laatste deel van het traject en om 17.15 uur komen we aan.

Aangekomen, bezoeken we de naburige Masai. Zij verwelkomen ons met een traditionele openingsdans waarin een aantal van ons enthousiast participeren. Daarna krijgen we een rondleiding in de ‘kraal’ en maken kennis met hun manier van leven.

De Masai is de laatste stam in Kenia die vasthoudt aan hun eigen cultuur, met uitzondering van het roven en het doden van vijandige stammen. Hun gebruiken blijven zo behouden voor de toekomst, zoals de ‘Moran’, het leven in de rimboe, de traditionele kleding. Maar ook de besnijdenis van zowel jongens als meisjes en de beperkte rechten van vrouwen. Is het dan goed dat de Masai dit cultureel erfgoed mogen behouden? Ergens vind ik het bewonderenswaardig dat ze niet toegeven aan de ‘westerse cultuur’. Tegelijkertijd vind ik aspecten verschrikkelijk. Het is dan (te?) makkelijk om te veroordelen. Het blijft (te?) moeilijk om te begrijpen en vanuit dat begrip menselijke verandering teweeg te brengen. Tradities horen te verrijken, niet te verarmen.


Dinsdag 14 januari, Ol Moran

Safari


De zon komt op in de Masai Mara. Twee landrover cruisers maken zich op voor een dag wild spotten in het één-na-grootste natuurpark van Kenia. Leeuwen, olifanten, giraffes en, als we geluk hebben: luipaard en zwarte neushoorn. Het is fantastisch in de Masai Mara te rijden. De uitgestrektheid, de manier waarop licht en schaduw over de vlakte bewegen, de dieren als stippen in het landschap. Ik ben dankbaar dat ik dit kan doen, het kan delen met anderen.

Toch merken Teun en ik dat er minder dieren zijn: gnoes, zebra’s, waterbuffel. Waarschijnlijk op trek naar de Serengeti? Maar die trek is ook kleiner, kleiner dan een eeuw geleden, toen de kolonisatie in de kinderschoenen stond en er kuddes in de tienduizenden waren. De grootte van de kuddes van toen heeft moeten wijken voor onze plantages, vee, huizen; kortom onze beschaving. Hadden wij de tuin van Eden niet met rust moeten laten? We zijn er niet voor niets ooit uitgezet. Waarschijnlijk wel, maar het schip is gevaren. Gelukkig is het schip nog niet gezonken en wordt het wild beschermd in de nationale parken van Kenia. We mogen dankbaar zijn dat we tegenwoordig nog plaatjes in plaats van kogels kunnen schieten van deze mooie wereld. Onze gamedrive is succesvol, bijna alles gezien. Alleen het luipaard en de neushoorn blijven ongrijpbaar, maar dat is ook de charme van safari.


Woensdag 15 januari, Massai Mara

Projectbezoeken
Projectbezoeken

Ervaringen onderweg


Vandaag reizen we vanuit de Masai Mara naar Kakamenga, een negen uur durende reis van 260 kilometer, via Narok, Kericho en Kisumu. Door het gebied van vijf verschillende stammen: Masai, Kalenjil, Kisii, Lugha en Luos. Vijf van de twee-en-veertig stammen die Kenia rijk is. Het is bijzonder dat de verschillende stammen in Kenia relatief vredig met elkaar samenleven, ondanks de rechtlijnige grenzen van het koloniale tijdperk. Te meer als je het afzet tegen naburige landen zoals: Somalië, Sudan en Rwanda.

Het enige onderwerp dat de stammen echt kan verdelen zijn verkiezingen. In het verleden heeft dat geleid tot geweld en de nodige moorden, getuige de achtergrond van sommige kinderen op ons project. De huidige president Uhuru Kenyatta lijkt daar niet onschuldig in te zijn, getuige het strafproces bij het Internationaal Strafhof in Den Haag in het verleden. Echter, het verleden laten de Kenianen liever voor wat het is ten faveure van toekomstige welvaart.

De relatieve rust lijkt de welvaart goed te doen, als je de welvaart van een land mag aflezen aan de kwaliteit van de wegen. Die worden steeds beter en dat betekent minder hobbelen, waarvoor mijn lichaam dankbaar is.

We vertrekken via een weg die door het National Park heen loopt. We kunnen daarom ook vandaag nog genieten van giraffes die onze weg herhaaldelijk blokkeren, top op de hoofdweg buiten het park aan toe. Onderweg is er tijd voor het uitwisselen van ervaringen en levendige discussie. Vooral nadat we vier keer meer betaald hebben voor de koffie onderweg. Als toerist in Kenia betaal je nu eenmaal meer. De lokale bevolking zal per definitie proberen zoveel mogelijk aan je te verdienen. Aan de andere kant, de koffie was mij vandaag die twee euro waard, dus waarom doe ik er moeilijk over?

Inmiddels rijden we door glooiende heuvels met theeplantages. De uitzichten hebben iets weg van een tropisch zwitsers landschap, zo anders dan het uitgestrekte landschap van de Masai Mara. Onderweg in Kenia is elke keer weer een ervaring, de afwisseling van arm en rijk, structuur en chaos, activiteit en apathie: en alles wat je onderweg of op de weg (koeien, giraffes, kruiwagens) tegenkomt. Het zijn deze visuele indrukken, die zo moeilijk met een pen te beschrijven zijn, welke elke doorreis in Kenia bijzonder maakt.

Om 16.30 uur komen we aan, moe van alle indrukken. Morgen wacht ons Kakamenga rainforest en Boma Letu.

Donderdag 16 januari, Kakamega

Projectbezoeken

Biologielessen en projectsucces


Kakamenga rainforest, het laagste laagland oerwoud in Oost-Afrika. Vroeger strekte het oerbos zich uit van de oostkust naar de westkust van Afrika. Inmiddels zijn deze bossen alleen nog in Centraal Afrika te vinden en een klein stukje in Kenia. Ik vind het heerlijk om door het woud heen te lopen: de geluiden, de temperatuur, de flora en de fauna. De gids vertelt enthousiast over elke boom, plant en vogel die we tegenkomen. Het is in ieder geval de beste biologies die ik heb gehad. Hij vertelt van zo ongeveer elke plant de medicinale toepassing, waardoor het lijkt alsof we door een natuurlijke apotheek heenlopen. Hetgeen het meest blijft hangen is dat er in Kakamenga een mug voorkomt die leeft van zowel de malariamug als de tijgermug. Als gevolg komen die twee muggen niet voor in het regenwoud; en is er daar geen kans op o.a. malaria. Deze mug plant zich voort bij een soort vijgenboom, als je de boom dus kan introduceren in omgevingen buiten het regenwoud… Is dit de natuurlijke oplossing voor malaria, dengue en andere parasitaire ziektes? Kunnen we hier wat mee? Vragen die we misschien later kunnen beantwoorden.

Na onze drie-urige tocht met apen, vogels en, jammerlijk genoeg, geen slangen, vertrekken we richting Boma Letu. Onderweg stoppen we bij Brevin, de zoon van de projectleider. Hij studeert agrarische wetenschappen aan de universiteit van Kakamenga. Het weerzien met Brevin was gisteravond al, maar Teun en ik zijn benieuwd naar zijn nieuwe kamer, dichterbij de universiteit. Die kamer blijkt een hok van twee-bij-twee meter te zijn. Voor de goed orde, daar slaapt, kookt en wast hij. Onze westerse werkelijkheid en die in Kenia blijft een wereld van verschil. Brevin is er echter niet minder dankbaar voor.

Terug in de landrover komt Boma Letu steeds dichterbij. Mijn gespannenheid loopt op. Hoe gaan we het project dit jaar aantreffen? Welke aangename en onaangename verassingen staan ons dit jaar te wachten? Hoe succesvol en blijvend zijn de projectinvesteringen? Bij de t-splitsing links richting Matayos, nu nog twintig minuten.

Bij de lokale markt treffen we Phaustine, projectleider van Boma Letu. Het weerzien is hartelijk en het project lijkt er mooi bij te liggen. Aangekomen, krijgen we direct een rondleiding van Phaustine. Er zijn weinig mensen die met zoveel passie kunnen vertellen. Ik merk hoe dankbaar ze zijn voor het waterproject, hoezeer dit dankbaar werk is. Het is ontzettend gaaf om te zien en te horen dat het irrigatieproject een doorslaand succes is. We weten nu ook dat ondergrondse bewatering beter werkt dan bovengrondse. We kunnen het succesvolste concept nu ook verder uitbreiden.

Zoals de vorige keren, zijn er ook nu verassingen. Positieve en negatieve zaken die niet digitaal gecommuniceerd zijn: parelhoenen (idee van Brevin), extra gehuurd land voor extra landbouw, konijnenpest, kapotte klamboes. Transparantie tussen Nederland en Kenia kan echt nog wel wat beter. Ik balanceer tussen de gedachte wat er allemaal nog beter kan en hoever we over de jaren gekomen zijn (en hoever we nog moeten). Maar morgen is er genoeg kans voor mijn scherpe noten, vandaag kies ik ervoor om trots te zijn. Het resultaat is er naar: zelfredzaamheid op 33% en nagenoeg zelfvoorzienend op het gebied van voedsel. Genoeg basis om verder te werken aan projectsucces.

Vrijdag 17 januari, Busia

Projectbezoeken
Projectbezoeken

Prioriteiten


Zaterdagochtend acht uur. Na een nachtje aclamatiseren aan de gevoelstemperatuur van Busia gaan we wederom op pad naar het project. De meeste van ons zijn er inmiddels achter dat Nederlanders een paar centimeter te lang zijn geworden op volledige op een Keniaans bed te passen, maar dat mag fe pret niet drukken.

Vandaag splitst het verhaal zich in twee delen. De ene groep treedt in de voetsporen van eerste ontdekkingsreizigers die in 1883 voor het eerst het Victoriameer bereikten. Maar in plaats van te voet of met de auto, wagen zij de reis op de boda boda (1 cylinder moter) door de binnenlanden. De andere groep (Bram, Teun en ik) geven de prioriteit aan de jaarvergadering samen met Phaustine en Brevin, dat is tenslotte de hoofdreden voor onze reis.

De vorige avond hebben we de rest ban de groep al een beetje mentaal voorbereid op de trip. Toen waren de reacties een beetje voorzichtig: is dat wel veilig? Maar nu de boda boda’s aan komen rijden worden ze langzaam enthousiast (aan het eind van de rit vonden ze het een pracht ervaring). Als bestuur hebben we besloten om een deel van de kinderen met de landrovers mee te sturen. Ze kennen immers alleen het terrein en de school waar ze naartoe lopen. Daarnaast gaan er een paar begeleiders mee. Volgens onze telling gaan er zo’n vijftig personen mee. Het wordt een stoffige optocht van één-en-twintig boda boda’s en twee landrovers vol met kinderen door de binnenlanden.

Nu is één mzungu (blanke) daar al een attractie, laat staan acht blanken op boda boda’s in een caravaan van rood stof. Bij het Victoriameer blijkt dat er een soort zwaan-kleef-aan effect te hebben plaatsgevonden. Het is aantal deelnemers is magisch gegroeid naar tachtig. Na een boottocht en een veelvuldig aantal selfies met de locals, die gevraagd en ongevraagd met de mzungu’s op de foto gaan, keert de stoet huiswaarts.

Ondertussen wordt er op Boma Letu intensief vergaderd. De agenda is van te voren voorbereid en getimeboxed: we hebben veel te bespreken. We beginnen met terugkijken naar 2019 en bespreken met elkaar waar we blij, boos, treurig, geïrriteerd if bezorgd over zijn. Het klaart de lucht en levert nuttige acties en verbeteringen op. Daarna bespreken we de plannen voor het medisch centrum en de biogas digester. Dankzij mijn collega’s bij Blue Bricks en een gul extern fonds is de financiering voor de biogas installatie rond. Het medisch centrum staat op 90% en we kunnen beginnen met het neerzetten van het gebouw, als we het eens gaan worden over de locatie op het terrein.

Vervolgens kijken we naar de keuken. Ik denk dat we daar afgelopen jaar de verkeerde prioriteit aan hebben gegeven. Het gebouw heeft geen schoorsteen en het kookgedeelte staat letterlijk blauw van de rook. Dat zijn geen gezonde omstandigheden voor de kookploeg. De introductie van de biogas digester gaat dat gelukkig veranderen als we de keuken aansluiten. In de toekomst wordt er gekookt op methaangas die geproduceerd is van de uitwerpselen die bij het project worden “gedoneerd”.

Met de gedachten terug bij de vergadering gaan we door met de budgettering van 2020 en de prioritering van alle ideeën die op tafel zijn gekomen. Via de SAFE-techniek: Weighted Shortest Job First (WSJF), prioritiseren we in no-time de lijst. We willen ons dit jaar voornamelijk richten op de reductie van malaria en andere ziektes. De ideeën gerelateerd aan dat thema krijgen de prioriteit. De mug uit de vorige post komt ook op de lijst. Immers, het is het beste op dat soort ideeën uit te proberen en te duimen dat het even succesvol is als de irrigatie.

Met onze prioriteiten helder keren we terug naar het hotel voor een welverdiende Tusker.


Zaterdag 18 januari, Boma Letu

Projectbezoeken
Projectbezoeken

Maatstaven op zondag


Op de zevende blogdag hielden wij rust volgens de aloude voorschriften. Het is zondag, een bijzondere dag in Kenia. Aan de ene kant is het land erg gelovig (grotendeels christelijk) en is de zondag de dag van de kerkdienst. Sommige diensten duren wel vier uur, exclusief de zondagsschool, die begint om zes uur in de ochtend. Tot zover de rustdag. Aan de andere kant zijn bijna alle winkels open.

Waar in Nederland tot in den treure de discussie wordt gevoerd of winkels wel open moeten zijn, is dat in Kenia totaal geen issue. Werknemers krijgen gewoon de gelegenheid om naar de kerk te gaan, ook als ze moeten werken. Als inkomsten een noodzaak zijn is discussie een luxe.

Wij zijn vandaag te gast bij de lokale kerk van Boma Letu. Gelukkig mogen we om half 11 aanschuiven. Voor elke groep is de kerkdienst een belevenis. De muziek bestaat uit een consistente herhaling van vier dezelfde akkoorden in dezelfde volgorde. De zang is vol overgave off-key en het swingt veel meer. Nergens swingt het zo als in een Keniaanse kerkdienst. Het gebed is nog een grotere belevenis. Voor Nederlanders is een gebed doorgaans stil, formeel en sober. Niet in Kenia, hier bidden ze hardop en in tongen. Als nuchtere Nederlander kan je er niet bij wat er precies gebeurt en wat zij in zo’n moment ervaren.

Nadat de kerkdienst is afgelopen is er door Boma Letu een bokstoernooi georganiseerd (ook sportwedstrijden mogen op zondag). In 2018 zijn ze begonnen met boksen om de kinderen te laten sporten en zelfverdediging te leren. Elke keer dat ik op bezoek ben wordt het boksen professioneler. Deze keer is de voorzitter van de provinciale boksbond ook te gast met een aantal van zijn jongens. Hij vertelt me dat boksen een vlucht neemt in Kenia. Een aantal van zijn jongens reist binnenkort af naar de Olympische kwalificaties in Senegal. Tijdens de Spelen ben ik dus voor Kenia.

Wij mogen de wedstrijden jureren. Het niveau varieert van kleintjes die elkaar enthousiast voor het hoofd proberen te meppen tot afgetrainde jongeren die indrukwekkend voetenwerk en een solide techniek laten zien. In Nederland zou dit niet verantwoord zijn (onder de 16 mag er niet op het hoofd worden geslagen), maar ik ben er niet minder onder de indruk van het niveau, het enthousiasme en het plezier. Misschien komt de volgende Muhammad Ali wel uit Kenia en is hij begonnen op het grasveldje van Boma Letu. Ik bedenk me nu dat dit niet gaat gebeuren als we altijd de Nederlandse maatstaven blijven toepassen. Keniaans succes en inspiratie ontstaat onder de Keniaanse maatstaven, niet onder de Nederlandse.


Zondag 19 januari, Boma Letu

Projectbezoeken
Projectbezoeken

Ideeën planten


Bijna een week in Kenia, de laatste dag in Busia en er staat nog best wel wat op het programma. We beginnen met een bezoek aan een suikerfabriek. Gisteren zijn we daarvoor uitgenodigd door één van de managers van de fabriek. Deze manager is mentor geweest van onze chauffeurs en is door hun uitgenodigd in de kerkdienst. Grappig hoe via via nieuwe deuren opengaan. We bespreken vandaag namelijk ook hoe we de jongeren op Boma Letu een betere kans kunnen geven op de arbeidsmarkt.

Zodra kinderen in het aankomende schooljaar (januari t/m december) achttien worden, moeten zij wettelijk vertrekken van het project. Tijdens dit bezoek blijkt dat dit jaar vier kinderen zijn vertrokken, waarvan er drie werden gesponsord (de betreffende sponsors worden eind januari hierover ingelicht). We proberen deze kinderen onder te brengen bij familie, dit lukt maar af en toe (één op vier). Van de vier die zijn vertrokken zijn er nu drie weer op zichzelf aangewezen. De werkloosheid in Kenia is 40%, exclusief de schijnwerkloosheid van boda boda chauffeurs en marktverkopers. De vraag is derhalve: hoe vergroten we de kansen van deze jongeren om voor zichzelf een toekomst op te bouwen na Boma Letu?

Een kennismaking met bedrijven in de omgeving helpt, omdat we dan meer leren waar deze bedrijven naar op zoek zijn qua werknemers. Daarnaast breiden we ons netwerk uit.

Het bezoek aan de fabriek is leerzaam en indrukwekkend. De fabriek werkt compleet zelfvoorzienend, produceert haar eigen elektriciteit en elk afvalproduct wordt hergebruikt. Zelf het gebruikte water wordt gezuiverd. Tijdens de rondleiding bespreken we ook welke competenties werknemers hier nodig hebben, in welke trainingen zij voorzien en waarin wij als stichting kunnen voorzien. Het is een droom om de kinderen op het project een succesvolle toekomst te kunnen schenken, naast de veilige omgeving in welke zij opgroeien.

Dat is waar het idee van BomAcademy het verschil kan maken. In beginsel is het doel om de 16/17-jarigen beter voor te bereiden op het bedrijfsleven door ze in een cursusweek verschillende soft-skills bij te brengen. Denk daarbij aan o.a. (interculturele) communicatie, presentatietechnieken en conflict management. Het programma kan worden aangevuld me sport, bijvoorbeeld boksen. De week wordt afgesloten met een assessment en certificering. Vervolgens willen we de best presterende kinderen ook de gelegenheid geven om te gaan studeren. De bedoeling is daarvoor een studiefonds op te richten.

Dit is één van de onderwerpen die we die middag op het project bespreken. Het bestuur van Boma Letu is enthousiast, genoeg basis dus om de one-pager verder uit te werken. Tot slot bespreken we nog een aantal onderwerpen variërend van nieuwe projecten (naai-atelier voor schooluniformen) tot infrastructuur (omheining van het terrein). In die gesprekken moet ik er op letten dat ik niet zomaar klakkeloos alles aanneem. Met regelmaat wordt of te groot gedacht of zijn de voorstellen niet doordacht. Kritisch bevragen en geduldig uitleggen zijn belangrijk om op de juiste wijze te kunnen sturen. Wat dat betreft is het fijn dat dit een publieke vergadering is. De hele groep doet mee en stelt kritische vragen, dat houdt ons scherp. Mijn ervaring is dat dit leidt tot meer transparantie en betere inzichten.

Nadat we alle overleggen naar tevredenheid hebben afgerond wordt de groep uitgenodigd om een fruitboom te planten als aandenken; en omdat 2020 een dubbel jaar is, plant iedereen er twee. Sommigen van deze boompjes zullen niet overleven, maar de rest gaat op een dag vrucht dragen. Ik hoop dat dit ook geldt voor de geplante ideeën.

Maandag 20 januari, Boma Letu

Projectbezoeken

Genieten van donker Afrika

Het is vijf uur in de ochtend. Ik word wakker van het ochtendgebed dat uit de speakers van de moskee schalt. De moslims mogen in Busia in de minderheid zijn, maar zijn ook prominent aanwezig. Ik ga met dit geluid toch niet meer in slaap vallen. Dan maar opstaan en de koffer inpakken. Vandaag vertrekken we vroeg voor een rit van tweehonderdvijftig kilometer naar ‘Lake Baringo’. Zes uur, een  stil ontbijt en dan de landrover in.

We rijden langs de plek waar gisternacht een vermoedelijke dief door een groep boda boda rijders in elkaar is geslagen en vervolgens in brand is gestoken. Hier neemt de gemeenschap het recht in eigen hand als ze dat noodzakelijk achten. Het klinkt misschien paradoxaal, maar als blanke ben je relatief veilig. Toeristen aanvallen wordt niet geaccepteerd. Mocht het voorkomen dan is de kans groot dat de daders door de gemeenschap worden gelyncht. Desalniettemin zijn alle hotels waar we slapen omheind en zwaar bewaakt. Verder raden ze het af om als blanke alleen in het donker over straat te gaan.

We rijden langs de lege marktkraampjes. Wat opvalt is de rotzooi die door de locals wordt achtergelaten. Marktwaar wordt gestructureerd opgeruimd in juten zakken, de rest wordt op de grond gesmeten en door niemand opgeruimd. Het geeft een troosteloos aanblik. Nu zijn er ook geen prullenbakken of afvalservice, maar ook geen bewustzijn bij de mensen. Een Keniaan kan je letterlijk vertellen dat ze zich schamen voor de rommel en vijf minuten later zijn plastic flesje in de berm gooien. De overheid is er nu gelukkig wel bewust mee bezig en trekt een harde lijn. Plastic tasjes zijn al verboden (boete 300 euro), plastic flesjes volgen in juni dit jaar.

Ondertussen schieten we al een flink eind op. Wat mij opvalt is dat er veel minder roadblocks zijn vergeleken met vorig jaar. Ik tel er maar 14. Onze chauffeur vertelt me dat de overheid de roadblocks heeft beperkt nadat een busje vol met marihuana zonder problemen van Uganda naar Nairobi was gereden en bij geen van de 67 roadblocks is gepakt. Het verbaasd me niets, omdat je doorgaans met een kleine betaling van zo’n 50 tot 200 schilling het checkpoint wel voorbij komt (als Keniaan). Wat dat betreft is de mentaliteit bij de politie nog niet echt veranderd. Gelukkig houden ze de auto’s van de safari maatschappijen doorgaans niet aan, omdat alles op orde is en omdat het Ministerie van Toerisme niet wil dat de toeristen hinder ondervinden. De inkt is echter nog niet droog of wij worden aangehouden, tot twee keer toe. Bij de eerste controle komen we met gezeik maar zonder te betalen weg, maar bij de tweede controle zijn ze aanhoudender. We zouden te hard hebben gereden. Ik heb meer het idee dat ze met elkaar hebben gecommuniceerd en toch willen proberen om ons geld af te troggelen. Teun betaalt, tot mijn spijt 5000 schilling. We krijgen geen bon en we mogen verder.

En door, via Bungoma, Eldoret, naar Iten: ‘the home of champions’. Uit deze omgeving komen de meeste Keniaanse hardlooptalenten vandaag. Daarnaast wordt hier door de atletiek scene ook getraind, we zien een aantal atleten zwoegen op deze hoogte. Verderop maken we een stop bij de Kerio rivier. De rivier is tientallen meter ingesleten in de rotsen. Ik laat me vertellen dat het 30 meter is naar het wateroppervlak en dat het water nog eens 20 meter diep is. De locals springen die afstand met een nonchalance alsof het hun dagelijkse kost is (wat het ook is). Zelfs van de vangrail vanaf de weg (33 meter), ik doe het ze niet na.

Daarna het laatste stuk door de ‘Tugen Hills’ en afdalen naar ‘Lake Baringo’. De eerste keer dat ik daar aankwam was ik verbaasd over het contrast tussen de groene oever van het meer en de dorheid van de steppe op een paar meter afstand. Het geluid van tientallen vogels komt me tegemoet. Het is een prachtig uitzicht. Rustig over het meer uitkijken terwijl de krokodillen lui voorbijdrijven. We gaan een rustige avond tegemoet. Morgen vroeg op, voor één van de mooiste belevenissen van de reis.

Dinsdag 21 januari, Lake Baringo

Projectbezoeken
Projectbezoeken

Natuurlijke verandering


Het is drie uur s’nachts en ik wordt wakker. Ik zie geen hand voor ogen, maar de nacht is vol geluid. Insecten, krekels, kikkers en het geluid van nijlpaarden. Ze grazen om onze hut heen. Luisterend naar het geluid dommel ik weer in. Hopelijk kunnen we er vijf uur een paar zien grazen op de oever.

Om vijf uur staan Bram en ik buiten. Het is nog steeds donker en de hemel is bezaaid met sterren. Ik staar een tijdje naar de melkweg. Het is iets wat ik ga missen. In Nederland zie je de hemel nauwelijks meer door onze verlichte maatschappij.

Voorzichtig vervolgen Bram en ik onze weg. Goed opletten of we niet een grazend nijlpaard tegen het lijf lopen. Er één van een respectvolle afstand bewonderen prefereer ik boven geplet te worden door zo’n gigant. Want, hoewel een nijlpaard een goede vriendelijke reus lijkt, veroorzaakt het juist de meeste menselijke slachtoffers in Afrika. Je tussen de oever en een nijlpaard bevinden is niet gezond voor je, maar is een menselijke fout die regelmatig gemaakt wordt. Daarnaast schijnen nijlpaarden nogal een rothumeur te hebben. We spotten er uiteindelijk niet één; gelukkig maakt een drie meter lange krokodil op een paar meter afstand veel goed.

Na een slappe bak koffie vertrekken we rond half zeven voor de boottocht. Er is veel om te spotten op het meer: kieviten, reigers, ijsvogels, aalscholvers, hamerkoppen, lepelaars, ooievaars, uilen, visarenden en andere vogels waarvan ik de naam niet weet. Aangevuld met krokodillen, giraffes, struisvogels en uiteindelijk dan toch nijlpaarden.

Het valt ook op dat het water weer is gestegen ten opzichte van vorig jaar. Meer en meer gebouwen vallen ten prooi aan hey stijgende water. Ook Roberts Camp, waar wij slapen, verdwijnt langzaam maar zeker in het water. Dit jaar komt het water tot aan het restaurant, zeker 10 meter verder dan de vorige keer. De bevolking lijkt het lijdzaam te ondergaan. Geen zandzakken, kanalen, dijken of andere Nederlandse maatregelen. Het is de vraag voor hoelang plekken zoals Roberts Camp zullen blijven bestaan. Misschien moeten we de volgende keer naar een andere plek, omdat deze omgeving verloren is gegaan.

Dat zou zonde zijn, omdat het unieke en heerlijke plek is om te vertoeven. Ik geniet ervan om lekker even uit te waaien op het meer, te genieten van de hete zon en de koele bries. Rond kwart over tien zijn we terug op het kamp. We pakken de koffers, doen een snel ontbijt en vertrekken richting Nairobi.

De reis daarnaartoe verloopt voorspoedig. Onderweg helpen we een schildpad veilig over te steken, doen we wat souvenir-stops en falen we hopeloos met het spotten van flamingos bij Lake Elementeita. We horen onderweg dat Lake Turkana, Baringo, Bogoria, Nakuru, Elementeita en Navasja allemaal te maken hebben met een stijgend waterspiegel. De stijging heeft meerdere redenen. Twee daarvan zijn de stijging van de bodem van de meren door tectonische activiteit en de meer extremere regenval. Daardoor veranderd zowel het waterpeil als het zoutgehalte (in geval van Bogoria, Nakuru en Elementeita) en komen sommige diersoorten naar niet of minder meer voor.

deze weken blijkt duidelijk dat Kenia verandert, zowel qua natuur als maatschappij. Sommige van deze veranderingen zijn positief, zoals het streng beperken van het gebruik van plastic. Anderzijds is de verandering en verwestering niet altijd positief. De verpaupering die de wetering beschaving met zich meebrengt is duidelijk te zien in de meeste plaatsen waar we doorheen rijden. Terwijl ik dit schrijf hoop ik dat de Kenianen uiteindelijk zelf een balans vinden tussen hun unieke tradities en cultuur én het beste van wat de westerse beschaving te bieden heeft. Op Yomo Kenyatta Airport nemen we afscheid van elkaar. Kwaheri, tu ta onana tena.

Woensdag 22 januari, Nairobi 

Projectbezoeken
Projectbezoeken